Dit doen wij

Meldplicht energiebesparende maatregelen

Geplaatst: 20-12-2018

Per 1 juli 2019 geldt een meldplicht voor bedrijven voor het treffen van energiebesparende maatregelen. Bedrijven moeten aan provincies en gemeenten rapporteren welke energiebesparende maatregelen genomen zijn of worden.  

Denk hierbij aan energiebesparende maatregelen op het gebied van verlichting, isolatie, verwarming, ventilatie en elektrische systemen. De maatregelen mogen een terugverdientijd van maximaal 5 jaar hebben. 

 

Activiteitenbesluit  

Sinds 1993 is er een energiebesparingsplicht opgenomen in de wetgeving. Op 1 januari 2008 is voor alle Type A en B inrichtingen deze energiebesparingsverplichting opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Deze inrichtingen moeten energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder nemen. Type C inrichtingen worden op basis van de WABO-vergunningen verplicht gesteld om aan energiebesparing te doen.   

Op 1 juli 2019 gaat de informatieplicht in. Bedrijven waarvoor energiebesparing verplicht is moeten eens in de 4 jaar aan bevoegd gezag, provincie en gemeentes, rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij binnen hun bedrijf getroffen hebben. De informatieplicht wordt opgenomen in artikel 2.15 Activiteitenbesluit milieubeheer. Bijlage 10 van de Activiteitenregeling milieubeheer wordt geactualiseerd met energiebesparende maatregelen en deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.   

 

Informatieplicht 

Op 3 oktober 2018 stuurde de minister van Economische Zaken het besluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit Milieubeheer naar de Tweede Kamer. Hierin stond een toevoeging van de informatieplicht voor energiebesparende maatregelen. Reden voor de informatieplicht is het niet behalen van de energiebesparingsdoelstelling van het Energieakkoord voor duurzame groei van 2013. De ruim veertig organisaties die verbonden zijn met het Energieakkoord, hadden als doel om in 2020 additioneel 100 Petajoule (PJ) energie te besparen. Uit de Nationale Energieverkenning (NEV) van 2017 bleek dat het totale resultaat voor energiebesparing nog 25 PJ achterblijft op het doel. Naar aanleiding van het Energieakkoord zijn lijsten met erkende maatregelen vastgelegd in bijlage 10 van de activiteitenregeling. Uit de NEV bleek dat het gat van 25 PJ is ontstaan door het niet naleven van de energiebesparingsverplichting artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit. 

 

Meldingplichtige inrichtingen   

De inrichtingen waarvoor de meldplicht vanaf 1 juli 2019 geldt betreffen: 

  • Type A en Type B inrichtingen. 

  • Inrichtingen met een verbruik van minimaal 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgasequivalenten per jaar. 

 

Niet meldingplichtige inrichtingen  

Voor bepaalde inrichtingen is de energiebesparingsverplichting van artikel 2.15 niet van toepassing, deze uitzonderingen betreffen:  

  • Inrichtingen met een verbruik onder de 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgasequivalenten.  

  • Type C inrichtingen, op basis van de WABO worden eisen gesteld voor energiebesparing.  

  • Inrichtingen bedoeld als artikel 15.51 van de Wet Milieubeheer, inrichtingen die uitsluitend, in hoofdzaak of die mede zijn bestemd (minimale oppervlakte van 2.500 m2) tot het telen van gewassen in glastuinbouw.  

  • De meldplicht is niet van toepassing op degene die de inrichting drijft die is toegetreden tot de meerjarenafspraak energie-efficiëntie.  

  • Inrichtingen die onder het emissiehandelssysteem vallen, hoeven niet te voldoen aan de energiebesparingsplicht. Hierdoor zijn ze ook uitgezonderd van de informatieplicht.  

 

Inrichtingen met uitstel meldplicht 

Voor bepaalde inrichtingen is de meldplicht niet verplicht vanaf 1 juli 2019. 

  • Degene die een inrichting drijft, als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de richtlijn energie efficiëntie, voor de eerste maar uiterlijk op 5 december 2019.  

  • Degene die een inrichting drijft, die op 1 januari 2019 nog niet was opgericht, rapporteert voor de eerste maal uiterlijk één jaar na oprichting van de inrichting.  

 

De rapportage  

Het rapport van de meldplicht moet voor 1 juli 2019 ingeleverd worden bij het bevoegd gezag. Het rapport dient ingediend te worden via het e-loket van de RVO. De RVO stuurt de informatie door naar het bevoegd gezag voor de inrichting. De RVO hoopt het systeem op 1 januari 2019 in werking te hebben. Drijvers van de inrichtingen hebben hierdoor 6 maanden de tijd voor hun rapportage. De rapportage moet uiterlijk op 1 juli 2019 worden ingediend zodat er nog voldaan kan worden aan het behalen van de klimaatdoelen van 2020.  

Als de drijver van een inrichting alle erkende maatregelen die van toepassing zijn op zijn bedrijfstak heeft getroffen, kan de rapportage volstaan met kennisgeving daarvan. In veel gevallen zal dit niet zo zijn. Een drijver kan alternatieve gelijkwaardige maatregelen genomen hebben of er zijn nog geen erkende maatregelen voor een bedrijfstak vastgesteld. Aan de hand van de motivering van drijver wordt bepaald of is voldaan aan de informatieplicht. Als een drijver alle erkende maatregelen van zijn bedrijfstak heeft genomen, voldoet hij aan de energiebesparingsplicht.   

Door ontwikkeling wordt verwacht dat er in de toekomst steeds meer maatregelen een terugverdientijd van vijf jaar hebben. Hierdoor zullen er in de toekomst steeds meer maatregelen moeten worden getroffen om te voldoen aan artikel 2.15 

Wanneer een bedrijf verschillende locaties bevat, moet er per locatie de rapportage gemaakt worden. Het is niet mogelijk om meerdere locaties in een rapportage te voegen.  

 

Controle  

Het niet, niet tijdig of niet volledig rapporteren van de informatieplicht is een overtreding waar het bevoegd gezag op kan handhaven. Wanneer uit de rapportage blijkt dat de inrichting niet voldoet aan de energiebesparingsplicht, kan dit een reden zijn voor een onderzoek of een last onder dwangsom. 

Aan de hand van de hoeveelheid uitgevoerde maatregelen en de toelichting zal gekeken worden of controle nodig is bij een bedrijf. Hoe meer maatregelen zijn genomen en hoe beter de toelichting in de rapportage hoe kleiner de kans op controle. Steekproefsgewijs zal er door het bevoegd gezag gecontroleerd worden.  

 

Nieuws overzicht