Dit doen wij

Noord-Brabant past beleid transitie veehouderijen aan

Geplaatst: 20-06-2019

Provinciale staten heeft het bestuursakkoord 'Kiezen voor kwaliteit’ 2019-2023 gepresenteerd. Hierin zijn aanpassingen opgenomen die moeten leiden tot een  versnelling van de transitie in de veehouderij. Inmiddels is duidelijk wat de wijzigingen inhouden voor de Verordening natuurbescherming (Vnb) en Verordening ruimte (Vr).

Onderstaand vindt u de belangrijkste punten voor de diverse veehouderijsectoren op een rij.

 

1. Emissiearm maken van stro(oisel)stallen wordt 2 jaar uitgesteld:

  • Geldt alleen voor grondgebonden bedrijven met een natuur- inclusieve bedrijfsvoering;
  • Aannemelijk maken o.b.v. bijvoorbeeld kringloopwijzer dat er sprake is van een erg lage stikstofemissie;
  • 2 jaar uitstel van de termijnen (1-1-2020 wordt 1-1-2022 en 1-1-2022 wordt 1-1-2024).

 

2. Door het ontbreken van voldoende technieken voor emissiereductie wordt het emissiearm maken van stallen voor vlees- en fokstieren (bedrijven met meer dan 100 dieren) 1 jaar uitgesteld (1-1-2020 wordt 1-1-2021 en 1-1-2022 wordt 1-1-2023).

 

3. Geitenhouderijsector:

  • Doordat er nog onduidelijkheden zijn over de effecten van de geitenhouderij op de volksgezondheid (n.a.v. lopende VGO onderzoeken) en de toe te passen technieken ter voorkoming van deze effecten, wil de provincie ruimte bieden om dubbele investeringen te voorkomen. Ook omdat er voorlopig geen eind komt aan het geldende geitenmoratorium;
  • De data in de Vnb worden vooruitgeschoven met 1 jaar (1-1-2020 wordt 1-1-2021 en 1-1-2022 wordt 1-1-2023).

 

4. Varkenshouderijen en vleeskalverenhouders die brongerichte technieken willen toepassen:

  • Brongerichte technieken zijn nog niet gereed dus is in afwachting hiervan gedeeltelijke uitstel;
  • Voor dit uitstel moet het bedrijf voldoen aan Besluit emissiearme huisvesting (Beh) op 19-7-2019;
  • Data voor indienen van een vergunbare aanvraag wordt vooruitgeschoven met een half jaar (1-1-2020 wordt 1-6-2020). Datum realisatie, 1-1-2022, verandert niet.

 

5. Bedrijven die willen stoppen per 1-1-2022 hoeven geen aanvraag in te dienen voor 1-1-2020 onder de volgende voorwaarden:

  • Het bedrijf voldoet op 19 juli 2017 aan het Beh;
  • De veehouder geeft vóór 1 januari 2020 schriftelijk bij de gemeente aan de bedrijfsactiviteiten vóór 1 januari 2022 te stoppen. Tegelijk met deze brief dient de veehouder een melding Activiteitenbesluit dan wel verzoek om intrekking van de omgevingsvergunning en (indien van toepassing) de Wnb-vergunning in.

 

6. Bedrijven die willen stoppen per 1-1-2024 hoeven geen aanvraag in te dienen voor 1-1-2020 onder aanvullende voorwaarden, die nog nadere uitleg (kunnen)krijgen:

  • Het bedrijf voldeed op 19 juli 2017 aan het Beh;
  • De veehouder geeft vóór 1 november 2019 schriftelijk bij de gemeente aan de betreffende bedrijfsactiviteiten per 1 januari 2024 te stoppen en de gemeente heeft het intrekkingsbesluit voor 1 januari 2020 genomen. Tegelijk met deze brief dient de veehouder een melding Activiteitenbesluit dan wel verzoek om intrekking van de omgevingsvergunning en (indien van toepassing) de Wnb-vergunning in. Beide vergunningen worden omgezet in tijdelijke vergunningen; 
  • In gebieden beperkingen veehouderij is het voorafgaand aan de feitelijke beëindiging verplicht om de locatie te herbestemmen (geen veehouderijlocatie). Het uitoefenen van de veehouderij kan dan nog onder overgangsrecht of met een voorlopige bestemming;
  • Per 1-1-2022 moet het aantal dieren op de locatie dusdanig verminderd zijn, dat de berekende emissie op die locatie gelijk is aan de emissie waarvan sprake zou zijn bij het voldoen aan de Vnb. De tijdelijke vergunningen (Wnb en omgevingsvergunning) worden aangepast naar dit aantal dieren.
  • Voor hokdierbedrijven wordt het aantal m2 dat ingezet kan worden als stalderingsmeters verlaagd, gelijk aan de reductie van het aantal te houden dieren.
  • Melkveehouderijbedrijven mogen alleen deelnemen als ze in 2019 deelnemen aan de derogatie van de Nitraatrichtlijn (onder andere minimaal 80% blijvend grasland hebben) en tot en met 2023 aan die voorwaarden of aan dan geldende voorwaarden van de derogatie voldoen.
  • Melkveehouderijbedrijven bieden bij beëindiging van het bedrijf de gronden als eerste aan de provincie of aan een door de provincie aan te wijzen instantie ten behoeve van de pachtregeling aan.

 

7. Aanpassing stalderingsregeling:

  • ‘10 m2 nieuwe stal in ruil voor 11 m2 oude stal’ wordt aangepast naar ‘10 m2 nieuwe stal in ruil voor 12 m2 oude stal’.
  • De waarde van staldering bij herbestemmen op de stalderende locatie wordt dusdanig verlaagd dat voor 10 m2 nieuw te ontwikkelen stal, 20 m2 vrijkomende stal herbestemd moet worden (100% stalderen dus)

 

Dit zijn de belangrijkste punten uit de aanpassingen met betrekking tot de veehouderij. Deze aanpassingen moeten natuurlijk nog definitief vastgelegd worden in de Verordeningen. Hierbij kunnen enkele voorwaarden nog nader worden gespecificeerd. De richting die de provincie op wil wordt hiermee wel al wat duidelijker. Naast aanpassingen voor de veehouderijsector worden ook enkele koppelingen gemaakt met de regeling Ruimte voor ruimte en de kringlooplandbouw. De complete officiële stukken vindt u hier.

 

Meer informatie

Heeft u vragen over de gevolgen voor uw bedrijf? Neem gerust contact met ons op via telefoonnummer 013-5199458 (Ulicoten), 0493-745015 (Someren), 0486-450160 (Reek) of via info@vandunadvies.nl.

U kunt natuurlijk ook rechtstreeks contact opnemen met uw vaste adviseur.

 

Nieuws overzicht